Spelregels bij Minigolf

  • Een speelteam bestaat uit 1 tot 5 spelers.
  • Elke speler krijgt een andere kleur bal De spelers slaan achtereenvolgens af bij de afslag; dit betekent dat de baan pas wordt betreden als iedereen zijn bal heeft afgeslagen.
  • Een speler begint met de afslag en probeert de bal met zo weinig mogelijk slagen de bal in het gat te krijgen. Het hele gebied voor de baannummering geld als afslag.
  • Als de bal de baan (het kunstgras) verlaat, mag de bal weer op het lage kunstgras worden gelegd op het punt waar de bal de baan heeft verlaten; de speler krijgt hiervoor een “strafslag”.
  • Als de bal in een waterhindernis komt, wordt deze met de hand teruggezet in het dichtstbijzijnde deel van de baan. De speler krijgt een “strafslag”.
  • De speler wiens bal het verst van het gat is, moet als volgende zijn bal spelen. Dus de verst van het gat gelegen bal wordt altijd als eerste gespeeld.
  • Een speelteam mag het spel pas beginnen op de baan nadat het team voor hen de baan heeft verlaten.
  • Als de bal in de rough (hoog gras) of op andere obstakels terechtkomt, kan de speler proberen de bal opnieuw de baan op te spelen. Als de bal onbespeelbaar wordt verklaard, kan deze met de hand op het dichtstbijzijnde deel van de baan worden geplaatst. De speler krijgt dan een “strafslag”
  • Als de bal direct tegen een obstakel of baanrand ligt, kan de bal één putterkoplengte verplaatst worden zonder straf.
  • Als een speler zijn bal niet met maximaal 10 slagen in het gat krijgt, is de baan voor deze speler afgelopen met als maximum score 12 slagen.
  • Een baan is uitgespeeld als de speler zijn bal in het gat heeft gekregen of 10 slagen heeft bereikt.
  • De som van de slagen van alle 14 banen geeft het eindresultaat. De winnaar is de speler die de minste slagen nodig had.

Openingstijden

Dinsdag, Woensdag & Donderdag

13:00 - 18:00 uur

Zaterdag & Zondag

10:00 - 18:00 uur